Reisverslag van dag tot dag: Thailand

Bangkok, Kanchanaburi, Ayutthaya, Sukhothai, Chang-Mai, Chang Mai/Bangkok, Koh-Samet

We zoeven over de weg, een verademing na de reis van Siem Reap naar Poipet in Cambodja. Om 7 uur ´s avonds stopt de bus vlak bij Khao San road. Om dat we er net geweest zijn, weten we waar we moeten zijn. Hotel Khao San Inn.  Het valt niet mee om met de zware rugzak te lopen maar het is niet zo ver gelukkig.

Bangkok is een stad met meer dan 12 miljoen inwoners en een omvang als de provincie Overijssel. Een stad waar vele shoppingmalls zijn en een overdosis aan hotels, van goedkoop tot duur.  Bangkok is een stad waar je weken in zou kunnen dwalen een stad waar rijke en low budget toeristen komen. Khao San is de low budget straat bij uitstek. Wij kijken in de vele zeer goedkope restaurantjes naar de video films. De rijkere toeristen vermaken zich in de buurt van Silom road waar de duurdere winkels zijn en de betere hotels. Ook valt het op dat er in Bangkok vele Mc. Donnalds en KFC ´s zijn.

Dag 116 Bangkok

TOP^

We slapen bijna het klokje rond. Desondanks heeft Janneke nog steeds een beetje koorts. Fit is ze nog lang niet. Maar er moeten toch dingen geregeld worden. Ons eerste doel is het kantoor van Cathai Pacific. We willen de vlucht naar Singapore verzetten. Dit gaat gemakkelijk. We hebben al door hoe de bussen rijden. Als we weer terug zijn in het hotel, vragen we bij de balie waar we het best heen kunnen gaan als we een dokter nodig hebben. Het missie hospitaal staat goed bekend. We nemen weer de bus en komen bij de achteruitgang van het ziekenhuis terecht. Een vriendelijke wachtpost loopt met ons mee naar de juiste balie. Men vraagt wat er aan de hand is en ik moet en formulier invullen. Bloeddruk, polsslag en temperatuur worden gemeten. Ook hier is niet veel privacy, maar toch wat meer dan in Hongkong. Dan kan Janneke naar de dokter. Gelukkig geen longontsteking, alleen maar bronchitis. Met een stapel medicijnen en 10.000 Bath armer verlaten we het ziekenhuis. Uitgevloerd kruipen we ons bed in.

Dag 117 Bangkok

We gaan samen met de "longtail" boot naar het postkantoor, er zou een pakje moeten liggen van een vriendin van Janneke. Het pakje dat ze gestuurd heeft als sinterklaas/kerst cadeautje is er nog niet. We hebben bij wel 4 verschillende letters gezocht, maar konden niks vinden. De man achter de balie bleef geduldig. We gaan weer per rua hang yao (=boot) terug. De boten varen met een redelijke snelheid en zijn zeer wendbaar, wat in de drukke kanalen zeker geen luxe is. Janneke gaat al weer moe even het bed in. Later op de middag doen we nog wat boodschappen en eten wat in een eethuisje op de Khaosan road. We kijken nog even naar een film die beneden in ons guesthouse draait. Dan zoeken we ons bed weer op.

Dag 118 Bangkok

We gaan naar een shopping mall bij het world trade center. Dit is niks. We lopen terug naar het MBK Mahboonkrong gebouw. Dit is de grootste winkel van Bangkok. Op de vier verdiepingen is van alles te koop. Janneke wil wel naar de kapper. Het knippen is hier vrij duur 400 Bath. Als we op de bovenste verdieping komen zien we dat hier een nieuwe film van James Bond draait die we nog niet hebben gezien. Die another day. We kopen een kaartje voor 100 bath. De stoelen zijn enorm luxe, een en al pluche. Als we binnen zitten en de reclames zijn geweest, wordt op het scherm een portret van koning Bumibol geprojecteerd en klinkt het volkslied. Alle mensen in de zaal gaan staan. We gaan stomverbaasd ook maar staan. Alle Thaien kijken er zeer ernstig bij. We vragen ons net af of we wel in de juiste zaal zijn terechtgekomen. Er zijn namelijk 5 verschillende zalen. Maar dan begint de film gelukkig. We vinden hem leuk. Alleen hebben we het steenkoud, de airco draait ook hier weer op volle toeren. Het is een luxe om het koud te hebben. Als we ´s avonds gaan eten komen we het Nederlandse stel dat met ons op de boot door de Mekong delta had gezeten, weer tegen. We schuiven gezellig aan en hebben elkaar heel wat te vertellen. Het is 12 uur voor dat we er erg in hebben.

Dag 119 Bangkok

We gaan naar de zondagmarkt. De Chatuchak, deze ligt aan de noordkant van Bangkok, bij het busstation. Het is nog een heel eind met de bus. De markt trekt veel op koopjes beluste Thaien. Het is er dan ook smoordruk. Er is van alles te koop. Janneke krijgt het wat benauwd in de drukte. We nemen de bus naar het treinstation. Gisteravond hebben we gehoord dat er een leuke excursie naar Kanchanaburi is met de trein. Hier horen we dat de bedoelde excursie alleen op zaterdag en zondag is. Dat gaat dus niet door. We willen terug, richting de Khaosan road met de boot. We hebben moeite om een pier te vinden. We lopen een stukje door China town. Deze wijk heeft een nogal onguur verleden. Wat als een handelswijk begon, werd al snel een wijk van vermaak. In de steegjes kwamen opiumkitten en huizen met groene lantaarns. Deze laatste kleur wordt bij ons met rood licht aangegeven. Het is er tegenwoordig weer vrij rustig. Na wat omzwervingen en vragen vinden we een pier. Het is dezelfde pier als die van het postkantoor. Als we van de boot stappen lopen we ook nog de verkeerde kant op. We snappen er niets van dat we de Khaosan road niet kunnen vinden. Natuurlijk komt dit ook wel weer goed, maar onze lichaamsbeweging hebben we voor vandaag wel genoeg gehad.

Janneke gaat nog even naar een lokale kapper voor 80 bath. Hiervoor kun je natuurlijk ook niet veel verwachten. De kapster had er duidelijk niet veel zin in. De pony knip ik zelf nog maar even bij. Op de Khaosan road is het nu de hoogste tijd voor een lekkere bananenpannenkoek. Vermoeit kruipen we ons bed in. Morgen moeten we vroeg opstaan. Maar dat doen we met alle plezier. Eindelijk zullen we de kinderen weer zien!

Dag 120 Bangkok

We staan om 4 uur op om met een taxi naar de luchthaven te gaan. Precies op tijd landt het vliegtuig waar onze lieverds in zitten. Het is heerlijk om ze weer te zien en even lekker beet te pakken. In de airportbus kletsen we heerlijk bij. Ze zijn niet moe, na een ontbijt in ons hotel willen ze wel op pad. We gaan met de rivierboot naar de Wat Arun.( de tempel van de dageraad). Deze 86m hoge pagode geldt als een van de symbolen van Bangkok. De toren is helemaal ingelegd met Chinees porselein, dat in een laag cement is aangebracht. Op een gegeven moment was het porselein op. Men deed toen een beroep op de bevolking om gebroken aardewerk in te leveren. Er werden duizenden scherven gebracht en de vakmensen maakten hier de bloembladeren van en versierden er de kleren van de mindere goden en mythische figuren mee. Deze staan op elke verdieping om het kwaad af te weren. We beklimmen de toren via één van de vier steile trappen. We kijken uit over het tempel terrein en de rivier. De nissen aan de voet van de trappen bevatten beelden van Boeddha tijdens de vier belangrijkste gebeurtenissen van zijn leven. Geboorte, meditatie onder de bescherming van de zevenkoppige naga slang, de prediking tot zijn eerste vijf discipelen en zijn dood. Het tempel complex wordt ook bewaakt door mythische reuzen die yaks´s worden genoemd. Hierna gaan we met een boot door de klongs van Bangkok. Eeuwenlang fungeerden de rivieren en klongs als de hoofdwegen van Thailand. We varen 2 uur door overgebleven klongs en de oudste delen van Bangkok. Het is bijna niet voor te stellen dat je hier in een wereldstad bent. De boot vaart langs huizen met steigers waar moeders hun baby’s baden en kinderen in het water spelen. Ook varen we langs binnenplaatsen van tempels en orchideeën kwekerijen. Op de rivier is een druk verkeer van logge rijst en zandboten die zo zwaar beladen zijn dat ze bijna vol water lopen. Veerboten vol passagiers en de waterbussen. Maar halverwege de tocht komt de man met de hamer. Nu toch maar terug en even languit. Iedereen is moe. Na een paar uurtjes gaan we gezellig met z´n allen eten. Zelfs Janneke voelt zich nu beter. We gaan redelijk vroeg op bed.

Dag 121 Bangkok

We vertrekken de volgende dag om 7 uur met de bus naar de floating market Damnern Saduak. Het is hier erg toeristisch geworden, maar toch ook wel kleurrijk. Er varen bootjes vol toeristen tussen de handelende boten door. We kopen kokosnoten en wat fruit. We vinden het nog steeds de moeite waard. De kinderen kijken hun ogen uit. Op de terug weg doen we een fabriekje aan waar ze zeer kunstzinnig houtsnijwerk verkopen. Soms lijkt het wel driedimensionaal. De plooien in de olifantenhuid zie je zelfs zitten. Ook de vogeltjes in de bomen zijn heel erg mooi gemaakt.

´s Middags is het koninklijke paleis aan de beurt met de wat Phra Kaew die ook op dit terrein staat. Het glimt en blinkt allemaal in de zon. Het Paleis van de koninklijke familie staat in Bangkok maar het oude paleis het z.g. Grand Palace ligt aan de Chao Praya rivier tegen China Town aan en is bewoond door de gehele Rama familie. Van Rama de 1e t/m Rama de 9e, het wordt nu alleen gebruikt voor speciale gelegenheden. Iedere dag komen er meer dan 5000 bezoekers naar dit mooie Grand palace. Voor een bezoek aan het paleis moet je ervoor zorgen netjes gekleed te zijn en dat je armen en knieën bedekt zijn (geen sarong ) en gesloten schoenen aan. Alleen de Thaien mogen slippers aanhebben. Iedere bezoeker wordt persoonlijk gecontroleerd en de mogelijkheid bestaat om ter plekke gepaste kleding te huren. Wij mogen op onze tevaatjes alle vijf doorlopen. Het paleisterrein geeft een goed beeld van de karakteristieke mengeling van wereldlijke en geestelijke elementen. Het indrukwekkendste gebouw is de Chakri Maha Prasat. Dit is de van drie torenspitsen voorziene koninklijke residentie die de binnenplaats domineert. De centrale ruimte hiervan is de schitterende troonzaal. De wat Phra Kaew grenst aan het grote paleis en doet dienst als koninklijke kapel. Anders dan de rest van de 2800 wats van Thailand wonen hier geen monniken. De tempel behoort zonder twijfel tot één van de spectaculairste bouwwerken ter wereld, met zijn wirwar van vergulde toren spitsen en glimmende paviljoens. De smaragden boeddha staat hier 11 m hoog op een verguld altaar beschermt door een negen schermen tellende parasol. Dit is het heiligste beeld van Thailand. Drie keer per jaar aan het begin van een seizoen hult de koning het beeld in een nieuw gewaad. Op een verhoogd breed marmeren terras dat een beetje boven de rest van het terrein uitsteekt, ligt het koninklijke Pantheon. Dit is voor het publiek gesloten. Er voor staan prachtige vergulde beelden van mythologische wezens, waaronder de half vogel-half man, de kinaree en de half vogel-half vrouw, de kinnarra. We zijn een beetje beduusd van al het goud. We lopen nu naar de wat Pho, de oudste en grootste tempel van Bangkok. Dit ligt aan de zuidkant van het grote paleis. De tempel wordt ook wel Thailands eerste universiteit genoemd.

De monniken staan om 05.00 u op en gaan zich wassen. Om 06.00 uur lopen ze op blote voeten, maar met een trommel (de bedelnap) de straat op om bij de bewoners van stad of dorp het eten op te halen, De dorpsbewoners weten wanneer ze langskomen en staan vaak klaar met voedsel wat in de trommel wordt gedeponeerd. De monniken murmelen een soort gebed en gaan naar de volgende toe. Om 08.00 u zijn de monniken weer terug in de tempel. Ze eten om 11.00 uur. Na 12.00 uur eten de monniken niet meer tot de volgende ochtend. ´s Middags mediteren de meeste monniken of studeren de Boeddha leer. De jonge boeddhisten krijgen les van de oudere monniken en alles over het hoe en wat wordt geleerd.

Waar zijn de tempels nog meer goed voor? Een crematie gebeurd in 99% van de gevallen ook in de tempel, waar in de meeste gevallen een crematie oven staat. Na het overlijden wordt er een nachtwaken bij de witte kist met de foto erop van de overledene gehouden. De overledene wordt om 14.00 u gecremeerd. Dit gaat gepaard met veel vuurwerk om de geesten te verdrijven Na het knallen van het vuurwerk gaan de bezoekers naar huis en dan twee dagen later komen ze allemaal weer naar de tempel om de as te een verspreiden. Een boeddhist treurt niet om de dode want zegt men je moet blij zijn dat hij geleefd heeft, maar er is altijd verdriet vooral als het om een kind gaat.

In de Wat Pho ligt de 46m lange rustende boeddha met de 5,5 m hoge parelmoer ingelegde voeten. Dit zijn de patronen die de 108 tekenen uitbeelden waaraan men Boeddha kan herkennen. Het beeld is verder helemaal bedekt met bladgoud. Onze zoon en schoondochter hebben het nu wel gehad en gaan in een tuktuk terug. Onze dochter loopt nog met ons mee om de zonsondergang bij de wat Arun te bekijken. Op de terugweg zien we in een park wel 100 mensen staan te aerobicen. Het is erg leuk. Een stevige Thaise dame staat op een podiumpje alles voor te doen. We krijgen zin om mee te doen. Maar omdat we allebei nodig moeten plassen lopen we maar door. 's Avonds gaan we gezellig met zijn allen eten in het MBK gebouw.

Dag 122 Kanchanaburi

TOP^

Vandaag gaan we naar Kanchanaburi, dit ligt 130 km van Bangkok. We hebben bij Diatours een tour geboekt. De bus haalt ons om 7 uur op. In Kanchanaburi bekijken we eerst de begraafplaats van de slachtoffers die gestorven zijn bij aanleg van de spoorweg naar Birma. Fabian vindt de naam Dijkstra er ook tussen. Het ziet er allemaal perfect onderhouden uit. Het oorlogsmuseum is verplaatst, dat vinden we jammer, het is lang zo indrukwekkend niet meer. De barakken staan in een nieuw gebouw. De sfeer is heel anders. Maar toch wordt er een indringend beeld gegeven van de moeilijke en onmenselijke omstandigheden die de gevangenen moesten overwinnen om te overleven. Er zijn 16000 westerse oorlogsgevangenen gedood bij de aanleg van de spoorlijn. We lopen naar de bridge over de rivier de Kwai. Het is een beetje vreemde brug met aan het begin een aantal halfronde bogen, het middendeel heeft twee rechthoekige delen en het laatste deel is weer half rond. Ook hier weer honderden toeristen. Het staat hier nu vol met allemaal toeristen kraampjes vol met prullaria en de gebruikelijke t-shirts in alle soorten en maten. Wij lopen de brug ook over. Het voetpad is niet zo gevaarlijk als het lijkt.

We stappen bij het kleine perron op de trein naar Nam Tok. Het is zo´n 60 km. Dit is een attractie op zich en wij vinden het zeer de moeite waard. Het landschap, de trein met houten bankjes, maar ook wij zijn een attractie. Speciaal onze zoon, hij is groot en fors. Eerst komt er een Thai vragen of hij een foto mag maken van zijn dochtertje bij hem op schoot. Later brengt het meisje een zakje met bananen snoepjes. Het wordt op een echte Thaise manier gegeven, met een buiginkje en de handen samengevouwen onder de kin. Later komt ze ook nog 3 lotusbloemen brengen. Onze gids zit ook in de trein. Hij is lichtelijk aangeschoten en vertelt het ene na het andere onduidelijke verhaal. Hij drinkt 2 blikjes bier met een rietje. Hij zou moeten gidsen, hij was eerst al bijna niet te verstaan, nu helemaal niet meer. Bij ieder station roept hij dat we er bij het volgende uitmoeten. Dan is het weer fout. Als hij Bert op een gegeven moment bij een stop op het station ziet staan, schrikt hij er van. Bert stapt snel weer in. Na 2 uren rijden komen we aan het eind van de spoorlijn aan in Namtok. We nemen een kijkje bij de waterval Khao Phang waar het water over een aantal treden in de kalksteenhelling naar beneden komt. De kinderen klimmen naar boven en wij maken foto´s. We gaan per minibus terug. Maar eerst is er veel gedoe. Er moet nog één persoon bij, maar de bus is vol. Als we dan eindelijk vertrekken zijn we zo flauw om te klappen. De chauffeur ziet er de humor wel van in, en grijnst van oor tot oor.

Dag 123 Bangkok-Ayutthaya

TOP^

We stappen om 8.00 uur op de stadsbus naar het noorder busstation. In de ochtendspits van Bangkok doen we er een uur over. Eerst moeten we zelfs staan. De bus naar Ayutthaya staat al klaar, we kunnen zo instappen. Er is veel veranderd sinds wij in 1996 in Thailand zijn geweest. De busstations zijn gemoderniseerd en er zijn zelfs toiletten. De opschriften zijn nu ook in het Engels en je kunt overal je bagage in depot geven. En altijd zijn er mensen, die je willen helpen om de juiste bus te vinden. Overal vind je wel een bank om op te zitten of een eetstalletje, waar je voor een paar Bath heerlijk kan smullen. Je hoeft niet bang te zijn dat je maag van streek raakt want het eten is meestal vers en de Thai zijn zeer gesteld op hygiëne. Het openbaar vervoer is erg goed. Er is geen dorp, of je kunt er met een busje naar toe .En altijd is er plaats, hoe vol ze ook zijn. Mensen schikken moeiteloos in en de bagage kan altijd wel ergens bovenop. Tussen de grote plaatsen zijn goede trein- en busverbindingen, meestal airconditioned en met gereserveerde plaatsen. Het lokale vervoer maakt gebruik van goede, wat rommelige bussen, met de chauffeur, de kaartverkoper en de hulp. De laatste wijst de mensen een plaats of helpt met hun bagage, of het nu een emmer met vis is of een tas met groente en een paar zakken rijst. Het gaat er heel familiair aan toe. De chauffeur stopt als je het vraagt, ook al is er geen officiële halte. Op het middaguur wordt gestopt bij een wegrestaurant of markt, zodat je net als de chauffeur een hapje kunt eten en even naar het toilet kunt gaan. Tijdens de reis viel het ons op dat zelfs het kleinste plaatsje een openbare school heeft (95 procent van de bevolking kan lezen en schrijven) en veelal ook een technische school. Ook zag je overal winkels met de aankondiging, dat je er kan internetten.

In Ayutthaya stappen we in het centrum uit. We prikken een guesthouse uit de lonely planet en dit blijkt heel goed uit te pakken. Het is net nieuw en we hebben mooie kamers. Een twee en een drie persoons kamer. Vooral de laatste is erg luxe. Er staat zelfs een bankstel in. We gaan meteen fietsen huren en een noodle soepje eten. Eerst fietsen we een stuk over de snelweg. Het geeft niet zo´n veilig gevoel. Maar ook dit keer gaat alles goed. We bekijken de Wat Phanan Choeng. Hierin wordt een enorm beeld van de zittende boeddha bewaard. Het hoofd komt bijna tegen het plafond aan, zodat het lijkt of het plafond op de boeddha rust. We bekijken nog de wat Raj Burana. Het is erg warm en onderweg naar de wat Chai Wattanaram zie we een cafeetje aan het water. We gaan hier lekker even uitpuffen en zien het late middag licht de witte toren aan de overkant van het water mooi verkleuren. We fietsen er niet meer naar toe. Aan het eind van de middag als we terugfietsen, merken we pas hoever we hebben gefietst. In het guesthouse hier kunnen ze een guesthouse voor ons boeken in Sukothai. De eigenaar is een Belg. Hij zal ons van het busstation ophalen. Dat lijkt ons wel wat. ´s Avonds gaan we met een pick-up naar de wat Phra Sri Sampet. Deze is schitterend verlicht. De drie chedi´s (torens) stralen te midden van de ruïnes. Het geeft een heel aparte sfeer. We blijven hier wat rondhangen.

Dag 124 Ayutthaya-Sukhothai

TOP^

We stappen ´s morgens eerst in een pick-up naar het busstation. Hier nemen we de bus naar Sukhotai. We kunnen niet meteen kaartjes kopen, we moeten wachten of de bus niet vol zit. Gelukkig valt het mee en passen we er met ons vijven nog in. Om 4 uur komen we aan en de Belg staat keurig op ons te wachten. Lekker gemakkelijk, even Nederlands spreken. We hebben erg leuke kleine aparte huisjes. We logeren in het nieuwe deel van Sukothai. ´s Avond worden we zeer luxe mee uit eten genomen door onze zoon en schoondochter. Ze zijn vandaag 5 jaar bij elkaar. Het is heerlijk, we hebben zelfs een ijsje als toetje. Hierna gaan we naar de wat Mahathat die schitterend is verlicht. De rest van de oude stad bekijken we morgen wel.

Dag 125 Sukhotai.

Na een lekker ontbijtje gaan we met een pick-up naar de oude stad die 14 km verder op ligt. Hier gaan we fietsen huren om het historische park te bekijken. Vandaag is het nationale kinderdag, de school waar we langs rijden heeft een uitvoering van oude Thaise dansen. We kijken even mee. De 12 oude tempels worden allemaal door ons bekeken. De een is nog mooier dan de ander. We brengen hier wel een paar uur door. De rest van de middag brengen we luierend met een lekker shake door.

Dag 126 Sukhothai- Chang-Mai

TOP^

We gaan met 2 tuk tuks naar het busstation. Het is nog een beetje koud. Hier stappen we op de bus naar Chang Mai. De bus stopt geregeld en raakt overvol. de bankjes zijn aan de ene kant voor 3 personen en aan de andere kant voor 2 personen. Wij kunnen samen net op de 3 persoonsbankjes zitten. Zo´n lokale bus is duidelijk niet voor westerlingen gemaakt. De bus doet er 5 uren over. Dan staan we in de stad die de roos van het noorden wordt genoemd. We nemen een taxi naar het guesthouse. Hier in Chang Mai gaan de kinderen een trekking doen in de jungle en pa en ma gaan de rest van de reis regelen.

We willen naar het foodcenter dat we ons van de vorige keer nog herinneren. Maar de eerste afslag nemen we verkeerd en komen in de rode lichtjes buurt terecht. Maar na wat vragen komen we op het centrum. Hier zitten nu bijna alleen maar toeristen. Maar het eten smaakt heerlijk. We hebben op de nachtmarkt even flink geshopped. De fake merken doen het hier goed. Bert schaft zich een echte kopie Tag Huer horloge aan. Ook de shirts worden gretig gekocht.

Dag 127 Chang Mai

´s Ochtends eerst nog even een gezellig ontbijt met zijn allen en dan zwaaien we de kinderen om 9.30 uit uit. We zijn benieuwd hoe ze het vinden. De rugzakken die ze meegekregen hebben zien er niet zo comfortabel uit op de rug. Wij gaan treinkaartjes voor de nachttrein halen. Helaas zijn nu al de onderste bedden uitverkocht. Het worden dus 5 bovenslapers. Wij willen graag de Langnekken bezoeken. Het is mogelijk om er zelf naar toe te gaan, maar de lokale bus doet alle kleine plaatsjes aan en doet er zo´n 8 uren over. De dorpen in het noorden liggen veel geïsoleerder dan in de rest van Thailand. Ze liggen vaak tussen steile heuvels, een woest gebied. We moeten er dan overnachten. We besluiten toch maar een tour te doen. We vergelijken een paar prijzen bij de verschillende kantoortjes. Het maakt allemaal niet zo veel verschil. s Middags lezen we wat en doen een wasje.

Dag 128 Chang Mai

Wij worden om 8.00 uur opgehaald door een minibusje. De eerste stop is bij een orchideeën kwekerij. De vlindertuin die hierbij is, is niets bijzonders. Het is nu weer een rit door een schitterend landschap. We vervelen ons geen minuut. In enkele, bijna onvindbare valleien, liggen ook de akkers waar de verboden papavers worden verbouwd. Dit is al 30 jaar verboden in Thailand, maar het is moeilijk te controleren in dit woeste berggebied. De bergstammen leiden nog steeds een exotisch bestaan en maken nog niet echt deel uit van de Thaise samenleving. We hebben ze ook gezien op de Kao San road in Bangkok om hun handelswaar te verkopen. De longnecks leven nu in Thailand, het zijn semi nomaden. Ze vinden het hier prettiger dan in Birma. Maar ze hebben geen verblijfsvergunning en kunnen hier dus niet werken. De Thaien noemen ze mountainpeople. Elke tribe heeft zijn eigen kleding, taal en geloof. Ook worden de animistische gebruiken, gebaseerd op het geloof in geesten, in ere gehouden. De meeste stammen zijn de afgelopen honderd jaar vanuit China en Tibet via Laos en Birma naar Thailand gekomen.

Er staan aan het begin van het dorp Akha vrouwen. Ze hebben de zelfde kenmerkende hoeden/mutsen met bellen als de groep die we in China hebben gezien. We denken zelfs dat het mutsje dat we daar gekocht hebben, hetzelfde is. Deze vrouwen zijn veel opdringeriger. Maar de gids vertelt dat deze vrouwen geen geld krijgen van de toeristische organisaties in Thailand. Het zijn hier de meest primitieve groepen. Ze weigeren te integreren in de Thaise samenleving. Ik koop een opium weegschaaltje.

De longnecks horen tot de white Karen groepering. De vrouwen zijn erg vriendelijk en willen zelfs voor de foto poseren zonder om geld te vragen. Er zijn niet veel mannen aanwezig. Er komen net een stel aan die palingen gevangen hebben. Het lijkt of de vrouwen erg lange nekken hebben. Maar zo blijkt het niet te zijn. Door de ringen (steeds 1 of 2 meer) worden de sleutelbeenderen naar beneden gedrukt. De ribben staan hierdoor in een hoek van 45 graden. Ook worden de benen geringd. We maken een paar schitterende foto´s.

De bus rijdt verder naar een Hmong of Meo dorp. De mensen zien er hier ontzettend vies uit. Ook deze komen oorspronkelijk uit China. Na de Akha´s zijn ze de grootste groep van de minderheden. Er zijn veel Hmong dorpen rondom Chang Mai. Het lijkt erg arm. Maar volgens de gids is dit niet zo. We hebben een paar Brazilianen in de groep die uit Sao Paulo komen. Deze mensen zeggen dat ze dit thuis ook om de hoek hebben en het daar zo veel mogelijk vermijden. De kinderen en vooral de jongetjes, lopen met vechthanen onder de arm en gooien er mee. Onderweg bekijken we nog een grot waar allemaal boeddha´s in de rotsen zijn uitgehouwen. We beginnen aan de lange rit terug.

Dag 129 Chang Mai

Het is nu zo langzamerhand weer tijd voor een massage. We laten ons op een Thaise manier masseren. Bert was eerst een beetje bang dat ze te ruig zouden zijn met zijn rug. Maar dat viel erg mee. De masseur wist precies hoe ver hij kon gaan. De plaatjes zien er altijd wat vervaarlijk uit, maar het is erg lekker. Om 5 uur lopen we terug naar het guesthouse. De kinderen komen er toevallig tegelijkertijd ook aan. Ze zijn erg moe. Fabian is in het water gevallen en is snipverkouden geworden. We eten met elkaar. De kinderen gaan na onze verhalen zich ook lekker de lijven laten masseren.

Dag 130 Chang Mai-Bangkok

TOP^

Chang Mai wordt vaak aangeprezen als een heerlijk toevluchtsoord waar men in het hete seizoen kon ontsnappen aan de vochtige hitte van Bangkok. De stad ligt 350 m hoog. Het feit dat de stad zo geïsoleerd lag, zorgde er voor dat men zich lange tijd kon onttrekken aan de bestuurlijke overheersing van Bangkok. In dit isolement ontwikkelde zich een andere soort beschaving. De tempels werden van hout gebouwd. De half nomadische volken in de noordelijke bergen droegen hier ook aan bij.

We gaan naar de Doi Suthep. Deze heuvel, 16 km van Chang Mai, domineert het stadsbeeld. Op de punt van de berg, op 1900 m hoogte, staat als een kroon de wat Prahtat. Deze plaats werd door een olifant gekozen. Hij werd losgelaten met een relikwie van boeddha op zijn rug. Waar de olifant zou stoppen, moest de tempel worden gebouwd. Het dier beklom de Doi Suthep, liet een trompet geschal horen en ging liggen. Op die plek werd de tempel gebouwd. We rijden de 12 km lange slingerweg naar boven in een rood pick-upbusje. We passeren een dierentuin en gaan dan vrij steil omhoog. De weg komt uit op een parkeerterrein waar de souvenir tentjes staan. De 290 treden tellende trap naar de tempel heeft aanweerszijden balustrades waarom een zevenkoppige naga slingert. Maar wij nemen als echte kapitalisten de lift. Vanaf het tempelterras is het nog een paar treden omhoog naar de binnenplaats van de tempel. We zien de enorme met goud bedekte chedi, die gedeeltelijk aan het oog wordt onttrokken door hoge vergulde parasols. Rondom de chedi is een ijzeren hek waarvan de punten bekroond zijn met biddende engelen. Omdat het een beetje mistig is kunnen we niet over Chang Mai uitkijken. Maar we hebben genoeg aan de schitterende tempel.

Regelmatig gaan de Thaien naar de tempel en brengen met een lotus bloem, een kaarsje en 3 wierookstokjes en een stukje vliesdun echt bladgoed een donatie aan de tempel. De kaars en wierook worden aangestoken, de wierook in een pot met zand gezet. De lotus bloem komt in een vaas en het stukje bladgoud op een bronzen beeld geplakt. Maar eens in de twee a drie maanden brengen de omwonende mensen een geld bedrag naar de tempel. Op een afgesproken dag gaan de mensen in een lange rij met veel tam tam en gedans op weg naar de Tempel. Ze lopen dan eerst 3 rondjes om de tempel en dan naar binnen en het bedrag word aan de hoofdmonnik overhandigd die dan op zijn beurt een lange toespraak houd en na een uur gaan de mensen weer richting huis. En zo doneert iedere wijk in de steden in Thailand zijn eigen tempel in de buurt waar hij/zij woont. Grote Tempels waarvan er in Thailand meer dan 3000 staan, worden financieel goed onderhouden door de bevolking uit de streek. Dit gaat meestal gepaard met een soort tempel feest van twee dagen. Dit valt meestal in het weekend, groots opgezet en met spelletjes voor de kinderen. De opbrengst van dit festijn is voor de tempel.

´s Middags gaan wij een paar tempels binnen de oude stadsmuren bekijken. De kinderen hebben de trekking nog in de benen en willen wat rustig aan doen en wat souvenirs kopen. We beginnen bij de Wat Phra Singh aan het einde van de hoofdstraat. Door zijn dikke muren is het hier te midden van het verkeerslawaai een oase van rust. Er zijn veel gebouwen met ingewikkeld houtsnijwerk hier. Een paar hiervan zijn versierd met gouden bloemen. De Wat Chedi Luang, die om de hoek staat, is altijd in verband gebracht met rampspoed. Men vertelt dat koning Mengrai hier door de bliksem gedood is. In 1545 stortte de 86 m hoge chedi in, tijdens een aardbeving, waardoor hij nu nog slechts 46 m hoog is. Vlakbij de tempel staat een oude gomboom. De legende wil dat als de boom sterft de stad ten onder zal gaan. Men heeft als tegenwicht hier een grenssteen, waarin de stadsgeest huist neergelegd. Hiernaast staat de Wat Pan Tao, de ingang is versierd met een schitterende Lanna-Pauw en 22 vergulde naga´s. Mysterieuze wezens met een slangenlichaam. Het is de meest vereerde tempel. Hier bevindt zich de universiteit van de monniken. We hebben geen zin meer om terug te lopen en nemen een tuk-tuk naar het guesthouse. De chauffeurs hebben plezier met elkaar en willen ons graag in de tuktuk op de foto zetten.

We eten nog wat en dan is het zo maar de hoogste tijd om naar het station te gaan. Om 9 uur ´s avonds stappen we in de nachttrein naar Bangkok. De trein zit vol toeristen. We vinden snel onze bedden. Het is meteen liggen geblazen. Ook hier in de trein veel telefoons die afgaan. Ook zitten er mensen tot diep in de nacht te praten en te lachen. Maar met de oordoppen heb ik er geen last van. Bert kan niet echt goed slapen.

Dag 131 Bangkok

We komen om 12 uur aan. Het is toch een redelijk comfortabele manier van reizen. Als echte low-budget reizigers wachten we op de bus. Maar als het echt lang duurt, staan we net op het punt om een taxi aan te houden, als de bus er aan komt. We stappen ook nog een halte te vroeg uit. Wij lopen met de lichtere rugzakken van de kinderen naar het guesthouse en zij gaan met onze zware rugzakken in een taxi verder. We vragen bij Sawasdee om een kamer. Hoewel ze gisteren per telefoon zeiden dat ze de hele week vol zaten, hebben ze nu wel 3 kamers. Wij gaan bij Dio tours een busje boeken naar Koh Samet. ´s Avonds gaan we op weg naar het "red light district" of te wel Patpong road. Maar de eerste stop is bij het Hardrock cafe. Erg leuk om daar ook eens te kijken. We zijn er wel meer tegengekomen, maar zijn er met z'n tweetjes altijd voorbij gelopen. Onze zoon trakteert op een echte cappuccino. We genieten er echt van na al die Nescafé. In het café hangen veel foto´s van oude rock sterren, ook van de Stones en Beatles. We vinden het hier erg leuk. Alleen de prijzen liegen er niet om. We gaan verder met de BTS naar de Patpong road. We zijn wat vroeg en gaan in een eethuisje iets eten. Het eten ziet er wat dubieus uit. We hopen er maar het beste van. Het is er zoals gewoonlijk erg druk. We sneupen wat rond. Bert is op zoek naar een iets groter mes. Maar we zien alleen maar gevaarlijke knipmessen. Die willen we niet. Na een dik uurtje zijn we moe van het gedrentel. We nemen een taxi weer terug naar ons hotel.

Dag 132 Bangkok–Koh Samet

TOP^

Om 8 uur zal het busje moeten komen. Maar al wat we voorbij zien rijden geen busje voor ons. Om 9 uur nog steeds niets. Men is ons vergeten. Dat is balen. Men put zich op het kantoor uit in duizend verontschuldigingen, maar de bus was “ broken” ja ja. We gaan met de middag bus van 3 uur maar mee. Zo rijden we 7 uren later dan de bedoeling was, naar Ban Phe. We balen wel. We zijn bang dat we nu geen onderdak meer kunnen krijgen. Maar in Ban Phe , bij het kantoortje van ST travel kunnen we met veel moeite nog een 5 persoonskamer krijgen. Dit grapje kost wel even 1900 bath. Eigenlijk te gek voor woorden, maar we hebben geen keus. We doen het voor 1 nacht, dan zien we morgen wel verder. Nu moeten we in het donker via 3 andere boten op de boot naar Koh Samet stappen. Onderweg komen we tot de ontdekking dat onze schoondochter haar nieuwe cd-speler in het busje heeft laten liggen. Dat is stevig balen voor hen. Als we op het eiland komen staan er geen trouts te wachten, alleen een paar chagrijnige taxi chauffeurs. Men wil ons bij een pick-up truck hebben die al bijna vol zit. Daar kunnen we met ons vijven niet bij in vinden wij. Dan moet er meer betaald worden. We zijn het nu echt zat. Het eiland zelf is een nationaal park. We moeten dus ook nog 200 bath entree betalen. Als de truck stopt na een rit over een hobbelige zandweg, moeten we eerst nog een stuk over het strand lopen. De teleurstelling is groot als we het hok zien, waar we voor veel geld moeten slapen. Tot overmaat van ramp raakt onze dochter aan de diarree. We zijn niet echt vrolijk. We drinken wat op een terras en het uitzicht over de baai is wel erg mooi. Bert is een beetje van streek. Hij wil het zo graag leuk hebben voor de kinderen. Erg moe gaan we slapen. ´s Nachts worden we nog een keer wakker gemaakt door een dronken Chris, die denkt dat ons hok zijn onderkomen is.

Dag 133 Koh Samet

De wekker loopt om 7 uur af. Onze zoon en schoondochter gaan naar Ban Phe terug om te vragen of de CD-speler ook gevonden is. Onze omgeving ziet er in het licht er wat beter uit. Het uitzicht is geweldig, we zien uit over de hele baai. Maar blijven willen we hier niet. We gaan op zoek naar een beter onderkomen. Onze dochter blijft hier lekker zitten, ze is nog niet helemaal fit. Ze is vannacht ook nog vreselijk gestoken door muggen. We hebben geluk op onze zoektocht. Silversand beach, heeft 3 bungalows vrij. Meteen betalen we de borgsom van 1000 bath. De dame van de receptie vertelt dat er wel muziek is tot 3 uur ´s nachts. Ik vraag een dame van onze leeftijd of ze er last van heeft. Ze zegt van niet. Er zijn hier wel mooie bungalows. We hebben hier al een paar keer naar toe gebeld, maar men wil hier niet reserveren. Helemaal blij gaan we met de pick-up weer naar Judith terug. Die zit net lekker aan de zee in een ligstoel van de zon te genieten. We gaan de rugzakken ophalen. Net als we met de rugzakken van onze zoon en schoondochter lopen te zeulen komen ze terug. Zowaar met de CD-speler. Zij zijn ook weer helemaal gelukkig, helemaal als ze horen dat we 3 bungalowtjes hebben gevonden. Een uurtje later drijven we allemaal herlijk ontspannen in de warme zee. ´s Avonds eten we heerlijk luxe op het strand, een zalm van de barbecue. We pakken het goed aan en nemen er twee flessen wijn bij.

Dag 134 Koh Samet

We hebben vannacht helemaal geen last van het lawaai gehad en zijn erg blij dat alles toch nog op zijn pootjes terecht is gekomen. De kinderen vinden het hier ook geweldig. We nemen een strandstoel, lezen wat, zwemmen wat en zijn lekker lui. Dit houden we de rest van de week wel vol zo. Er komt iedere dag een mannetje met allemaal fruit langs, hij verkoopt z´n waar al zingend en we kunnen het dan ook niet laten om elke dag een portie heerlijke verse ananas te kopen. We moeten weer even terug denken aan onze fruitmeisjes op het strand van Cambodja.

Dag 135 Koh Samet

De dagen brengen we heerlijk luierend door. De zon schijnt uitbundig, voor sommige blanke velletjes misschien iets te uitbundig. Maar er wordt druk gesmeerd. Factor 20 is niets te veel hier. Mijn badpak is nu tot op de draad versleten. Maar hier zijn natuurlijk alleen van die kleine maatjes te krijgen. Als Judith en ik op zoek gaan, vinden de verkoopsters de soap serie op de tv belangrijker dan de potentiële klant. Uiteindelijk vind ik een zeer bloemig badpak. Mooi is anders, maar ik zal het er mee moeten doen. We komen mensen tegen die bij ons op de boot gezeten hebben. Zij hebben de eerste nacht niet veel beter door gebracht. Zij mochten het park niet in omdat alles vol zat. Men wil hier geen strandslapers hebben. Ze werden voor 300 bath per persoon in een oude schuur gedumpt. Wij zijn dus niet de enigen die zich opgelicht voelden.

Dag 136 Koh Samet

Ook vandaag zijn we lui. ´s Avonds zien we een show van jongens die met stokken, die op beide uiteinden in brand staan, dansen en zwaaien. Ook wordt er met touwtjes, waar aan de uiteinden brandende bollen zitten, gedraaid. Erg leuk om onder het genot van een glaasje wijn en een biertje naar te kijken. 

Dag 137 Koh Samet

We gaan snorkelen vandaag. Om 11.30 stappen we op een speedboot. Na een half uurtje varen kunnen we even snorkelen. Het moet wel even wennen, het is al weer enkele jaren geleden dat we voor het laatst hadden gesnorkeld. Na een half uurtje snorkelen worden we op een eilandje afgezet. Hier staat een heerlijke lunch klaar. Na de luch gaan we met z´n allen weer het water in. We snorkelen tot we het koud krijgen. We laten ons door de warme zon opwarmen en gaan dan voor een tweede keer. We zien veel mooi koraal, maar niet erg veel kleuren. Om 3.00 uur komt de speedboot ons weer ophalen en zet ons weer af op Koh Samet. ´s Avonds lopen we naar de andere kant van het eiland om de zon onder te zien gaan. Het is een stoffige weg. Aan de andere kant van het eiland staat een chic hotel. We nemen een paar foto´s in het schitterende licht. De zonsondergang is ook hier weer erg mooi. We stappen op de terugweg stevig door en zijn precies voor dat het te donker wordt weer terug.

Dag 138 Koh Samet

Onze laatste dag op het eiland. We liggen wat op het strand. ´s Avonds eten we weer zalmmoten van de barbecue. We zijn het erover eens dat de weken voorbij zijn gevlogen. Gelukkig heeft iedereen het naar zijn zin gehad. We zitten tot middernacht op het strand.

Dag 139 Koh Samet-Bangkok

We zijn wat te vroeg voor het ontbijt, maar het lukt toch om iets te krijgen. We rijden met de pick-up weer terug naar de haven. Hier is het onduidelijk welke boot voor ons is. Eindelijk komt er een soort vrachtboot van ST travel. De mensen die fruit op het strand verkopen komen met deze boot naar het eiland, we nemen nog even afscheid van onze fruitman. We komen wat te laat in Ban Phe voor de bus. Bert springt van de boot en rent al vast naar de bus om te melden dat we eraan komen. De bagage gaat op het dak en rijden maar weer. Om 2.00 uur zijn we weer terug in Bangkok. Onze zoon gaat het pak passen dat hij heeft laten maken, het staat hem erg goed. De laatste souvenirs worden gekocht. We gaan voor de laatste keer samen eten. Veel te snel is het 11.00 uur en tijd om naar de luchthaven te gaan. Als er is ingecheckte nemen we afscheid.

Samen gaan we terug in een taxi. We voelen ons een beetje raar. We hebben het erg leuk gehad. Wij vonden het ook wel een beetje spannend. Alles moest natuurlijk ook goed verlopen.

Dag 140 Bangkok

We slapen een beetje uit. Omdat we ons wat alleen voelen gaan we iets doen. Schoentjes met piepjes kopen voor het dochtertje van een vriendin. We vragen bij de receptie om het in het Thais op te schrijven. Ze stuurt ons naar het MKB center, hier vinden hier een Bata winkel, die keus heeft uit 3 modellen. We kopen een paar sandaaltjes die we meteen versturen per EMS. Het versturen is duurder dan de schoentjes. Bert koopt hier een mes, we vinden toevallig het mes dat hij zoekt. Het blijkt dat je hier ook nog moet afdingen. De verkoper overlegt telefonisch met zijn baas over de prijs. Maar we krijgen het mes ten slotte voor de laagste prijs. Hierna gaan we op internet een hotel zoeken in Singapore, onze volgende bestemming. Het lukt met http://singapore.pagina.nl. we vinden plaats in het YMCA.

´s Avonds eten we bij O Hungry. We moeten even slikken, het is opeens wel erg stilletjes om samen te eten. Maar morgen vertrekken we weer naar een nieuwe bestemming op onze reis.

Naar Foto´s  van Thailand Vorig verslag (Cambodja) Volgend verslag (Maleisië) TOP^

©www.tweereizigers.nl